Sikhisme
Het Sikhisme ontstond in de 15 de eeuw na Christus. De naam Sikh is afkomstig van het Sanskriet, dat ‘leren’ betekent. Een Sikh is dus een leerling. Hij is de leerling van de Gurus en van God, die in het Sikhisme als de ultieme goeroe wordt beschouwd. Er zijn ongeveer 19 miljoen Sikhs waarvan 10.000 in België. De Sikhs zijn het sterkst aanwezig in de Punjab, dit was de thuishaven van alle 10 goeroes.
Zowel in de Islam als in het Sikhisme zit God in iedereen (broer, moeder, enz.) en staat iedereen onder de hoede van God. God heeft volgens hen beiden de wereld geschapen. Ook geven ze beiden aalmoezen aan de armen en behoeftigen en kennen ze een heilige oorlog.
De gelijkenissen tussen het Hindoeïsme en Sikhisme zijn: in beide godsdiensten geloof men
“Het is mooi om het Sikhisme als brug tussen het Hindoeïsme en de Islam te zien. De Sikhs vinden dat ze geen van beiden zijn, buitenstaanders zeggen dat ze van allebei de religies kenmerken hebben en dus een combinatie van beiden zijn.”
in reïncarnatie en in ‘Maya’. Dit is het geloven dat de wereld een illusie is. Sommigen raken hierin verstrikt en vergeten God daardoor. Beide godsdiensten ook zijn monotheïstisch. In de beide godsdiensten zijn verschillende rassen, religies en seksen allemaal gelijk.
Het Sikhisme is geen eenvormige godsdienst, maar het normatieve Sikhisme van de khalsa bestaan uit diverse andere vormen.
Guru Nanak is de stichter van de Sikh-religie. Hij werd in 1469 na Christus in het dorp Talwandi geboren. Dit dorp wordt nu Nankana Sahib genoemd en ligt in Pakistan. Al vanaf zijn jeugd weigerde hij met zijn helder verstand de ongegronde rituelen, bijgeloven en dogma’s te accepteren. Guru Nanak en de 9 guru’s die hem opvolgden, toonden een schitterend voorbeeld van een spirituele levenswijze, terwijl ze toch actief deelnamen in de wereld. Hierdoor wordt volgens de guru’s aan het eigenlijke doel van het leven voldaan, want op deze manier keert de geest van de mens terug, van waaruit zij is ontstaan, God dus.
De 10de en laatste guru, guru Gobindseenh, wijdde in 1699 de Sikhdoopceremonie in. Zo introduceerde hij een kenmerkende identiteit voor de sikhs. Deze dag gaat de geschiedenis in als geboortedag van het Sikhisme.
Een Sikh heeft een kenmerkende persoonlijkheid waardoor hij zich van andere onderscheidt. Dit onderscheid wordt weergegeven door de 5 symbolen, de 5 K’s:
Kesh: Kesh betekent het haar laten groeien als symbool van respect voor de perfectie van Gods creatie. Ze moeten gehoorzamen aan de wil van God.
Kangha: Kangha is een houten kam die Sikhs twee keer per dag gebruiken. Ze moeten het altijd bijhebben. De kammen helpen het haar proper te maken en te ontknopen. Het is een symbool voor kuisheid en het accepteren van wat God hun gegeven heeft. Hun haar kammen laat de Sikhs herinneren dat hun leven net en georganiseerd moet zijn.
Kachera: Een Kachera is een soort van onderkleding (short). Zowel mannen als vrouwen dragen dit kledingstuk.
Kirpan: Een gouden dolk. Het is toegelaten in hun geloof om het te dragen, maar het mag allen gebruikt worden bij zelfverdediging of bescherming van anderen. Het staat symbool voor moed en bescherming van zwakken en onschuldigen.
Als laatste, de Kara: De Kara is een stalen of ijzeren armband gedragen aan de rechterarm. Het is een symbool van een onbreekbare band en toewijding aan God. Ze dragen het ook als herinnering hieraan.
Zonder al deze symbolen kan een Sikh geen echte Sikh genoemd worden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb